Stel, je maakt stofzuigers. Premium stofzuigers. Je hebt daarvoor een fabriek in een land waar weinig goedbetaald werk is. En ook weinig aandacht voor het welzijn van fabrieksarbeiders.
Geen minimumloon. Eindeloos onbetaald overwerk. Geen verplichte pauzes.
Zo’n land.
Jij bent een goede werkgever. En je stofzuigers verkopen goed. Dus je besluit om – zonder dat het wettelijk verplicht is – je medewerkers te betalen voor overwerk. En de pauzes door te betalen.
Omdat medewerkers nu genoeg verdienen hoeven hun kinderen niet meer mee te werken. Je besluit een schooltje op te zetten om kinderen op te leiden.
Je gaat het afvalwater van je fabriek zuiveren. Een hele investering, maar het zorgt er wel voor dat er geen zware metalen meer in de lokale vis zit.
Ten slotte besluit je ook nog voor elke boom die je kapt een nieuwe boom te planten. Nu heb je nog genoeg bomen om handleidingen en verpakkingen van te maken. Maar dat wil je op lange termijn zo houden.
Jij voelt je er goed bij. Zij hebben een beter leven. Iedereen blij.
Totdat …
Er een concurrent komt die precies zo’n premium stofzuiger verkoopt.
Dezelfde prijs. Dezelfde kwaliteit. En een vergelijkbare merkbeleving.
En geproduceerd in een fabriek op nog geen tien kilometer afstand van jou.
Dezelfde topzuiger, met maar één verschil: je concurrent investeert niets in het welzijn van zijn medewerkers en hun omgeving.
Je concurrent doet alleen het wettelijke minimum.
Houdt daardoor meer geld over bij elke verkochte stofzuiger. En kan met dat extra geld een tv-reclame financieren. De concurrent krijgt daardoor een bekender merk en verkoopt steeds meer stofzuigers.
Terwijl jij het juist lastiger krijgt.
Wat ga je nu doen?
- Draai je alle maatregelen voor een beter lokaal leven terug?
(Zodat je je concurrent voor kunt blijven) - Of laat je je bedrijf langzaam ten onder gaan?
(Door marktwerking)
Het boek
Dit voorbeeld komt uit het boek ‘99 redenen om te stoppen en toch door te gaan’ van Daan Weddepohl.
Hij is CEO en oprichter van Peerby. Een bedrijf waarmee je spullen kunt lenen van mensen uit je buurt. Een bedrijf dat heel veel waarde toevoegt, maar weinig financiële winst oplevert.
Dit voorbeeld is volgens mij de kerngedachte van Daans boek. De ‘struggle’ met wat het systeem beloont ( 💸🤑💸 ) en wat winst is voor mens en planeet.
Is er een businessmodel dat werkt voor beide? Kan je het systeem veranderen?
Dit boek geeft een interessant kijkje achter de schermen bij een Nederlandse startup die veel en vaak positief in de media was. Als je dit leest zie je dat er ook een andere kant is aan dit verhaal. Veel strijd. Soms ook naïviteit. Zelfs experimenten met een cryptomunt.
Uiteindelijk overleeft Peerby het wel, maar niet op de manier die iedereen gewild en verwacht had…
Wil je het verhaal van de bekendste deeleconomie-startup van Nederland uit eerste hand lezen, dan is dit boek zeker een aanrader!